Visueel dagprogramma

Gepubliceerd op 2 juli 2025 om 15:29

Hoe maak je een visueel dagprogramma voor op vakantie?

Een visueel dagprogramma kan tijdens vakantie echt een rustpunt bieden. Het helpt om structuur en voorspelbaarheid te creëren, waardoor spanningen en onzekerheid verminderen. Door duidelijk te maken wat er gaat gebeuren, kunnen jij, je partner of je kind beter omgaan met veranderingen en nieuwe situaties. Hieronder lees je stap voor stap hoe je zo’n dagprogramma maakt, zodat je er direct mee aan de slag kunt.


1. Bepaal de dagindeling

Kijk eerst naar hoe de vakantiedag eruitziet. Denk aan belangrijke momenten zoals:

  • Opstaan en ontbijten

  • Activiteiten of uitstapjes

  • Pauzes en rustmomenten

  • Lunch en diner

  • Vrije tijd

  • Bedtijd

Schrijf dit in een logische volgorde op.


2. Kies de vorm van het dagprogramma

Je kunt een dagprogramma maken op papier, een whiteboard of digitaal, bijvoorbeeld op een tablet of telefoon. Kies wat het beste past bij jou of je kind:

  • Papier: Print pictogrammen of teken simpele plaatjes.

  • Whiteboard: Je kunt magneten of post-its gebruiken.

  • Digitaal: Apps zoals “Trello” of de "Google agenda” zijn hiervoor erg geschikt.


3. Maak of verzamel visuele hulpmiddelen

Gebruik eenvoudige afbeeldingen, pictogrammen of foto’s die duidelijk het geplande moment weergeven. Bijvoorbeeld:

  • Een bord met ontbijt voor ontbijttijd

  • Een zwemspullen-icoon voor zwemmen

  • Een boek voor leestijd

Je kunt pictogrammen tekenen of gratis pictogrammen zoeken op Google.


4. Plan flexibele tijden

Schrijf niet per se exacte tijden, maar werk met tijdsblokken of volgorde, bijvoorbeeld:

  • Ochtend

  • Middag

  • Avond

Of: eerst dit, daarna dat, en dan rust.


5. Betrek je kind of partner bij het maken

Samen het dagprogramma maken zorgt voor betrokkenheid en helpt om verwachtingen duidelijk te krijgen. Je kunt bijvoorbeeld samen de plaatjes kiezen en het schema ophangen.


6. Maak ruimte voor rust en alternatieven

Zorg dat het programma ook rustmomenten bevat en dat er een plan B is als iets niet lukt of te druk wordt. Bijvoorbeeld:

  • “Als het te druk is, dan even rustig lezen”

  • “Na zwemmen komt een rustpauze”


7. Hang het dagprogramma op een duidelijke plek

Zorg dat het dagprogramma op een plek hangt die iedereen makkelijk ziet, bijvoorbeeld in de vakantiewoning, op de camping of vlakbij het bed.


8. Evalueer en pas aan

Na een dag of een paar dagen kijk je samen wat goed ging en wat beter kan. Pas het schema aan waar nodig, zodat het steeds beter aansluit bij wat nodig is.


Extra tip:

Neem het dagprogramma mee op reis of maak een compacte versie voor onderweg, bijvoorbeeld op je telefoon, zodat het ook in de auto of het vliegtuig rust kan geven.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.